Skip to main content

Mindfulness
in de traditie van Thich Nhat Hanh

25 januari 2023

Een grafplek uitzoeken

Door Jan Veenendaal

Schrijven, spelen met taal, of het nu voor een blog, een column of iets anders is, is een geliefde bezigheid van me. Gelukkig lukt het me nog redelijk goed. Met taal kun je je gedachten goed uitdrukken en je kunt er erg zorgvuldig mee beschrijven, omschrijven, wat je bedoelt. Geschreven taal kan helaas ook aanstootgevend of zelfs vijandig zijn. Zeker wanneer iemand boos is en in een impuls iemand beschuldigt van iets dat niet waar is en dat ook nog verstuurt.

Hetzelfde gebeurt helaas met spreken. We oefenen niet voor niets in Liefdevol spreken en Aandachtig luisteren. De grote oefening is aandachtig luisteren, echt luisteren. Op zo’n manier luisteren dat we horen wat de ander te vertellen heeft zonder na een paar woorden al bezig te zijn met het antwoord dat we willen geven en waarmee we veelal ‘ons gelijk’ tot uitdrukking willen brengen. Nemen we de moeite echt te (willen) horen wat de ander te vertellen heeft?

Wanneer je in je taalgebruik meent ‘het boeddhistisch vingertje’ - waarover ik eerder in een blog op deze website schreef - te moeten gebruiken om je woorden kracht bij te zetten is het verstandig, zowel voor jezelf als voor je omgeving, in te gaan op de hulp die je aangeboden wordt. Sommige mensen durven dat, sommige mensen houden krampachtig vast aan hun eigen gelijk. Pijnlijk om te zien hoe iemand zo vast kan zitten (lichaamstaal spreekt boekdelen) in zijn vermeende gelijk.

Peter is een man van 75 die ik al een jaar of vijf ken. Ik leerde hem kennen als gedetineerde in de gevangenis waar ik op zijn verzoek wekelijks kwam om samen een uurtje te praten over de dingen waarvan hij wilde dat ik die zou horen. Samen opgesloten in een klein ‘advocatenkamertje’ en luisteren naar wat iemand te vertellen heeft is een bijzondere oefening en geeft vrijwel meteen een verdieping in het contact. Het is een goede oefening in nederigheid en toegepast boeddhisme. Je bent er helemaal voor de ander, je helpt wanneer dat nodig is. De ander hoeft niets, ik hoef er alleen maar te zijn, te luisteren en af en toe wat te vragen.

Ook na zijn detentie heb ik contact met Peter gehouden, kom bij hem thuis, wandel met hem en we hebben prachtige gesprekken. Vandaag over doodgaan. Ik gaf hem wat fiscaal-juridische adviezen over de voordelen van het maken van een testament en vertelde dat het belangrijk is zijn uitvaart nu al te regelen zodat die wordt uitgevoerd op de manier zoals hij die voor ogen heeft.

Hij vertelde over de begraafplaats waar hij begraven wil worden. Bij de beheerder had hij geïnformeerd naar de kosten en waar hij kon liggen. De beheerder had hem gevraagd terug te komen voor een folder waar alle details in staan en hem gezegd dat hij dan meteen een plek kan uitzoeken waar hij wil liggen. Hij vindt het fijn dat ik met hem mee ga om de juiste plek te kiezen.

Zijn vertrouwen, zijn openheid van spreken over wat hem bezighoudt, zijn durven vragen om hulp wanneer hij die nodig heeft ontroerd me iedere keer weer. Het is een voorrecht - zeker in deze kennelijk laatste fase van mijn leven - ook samen met hem dit pad te gaan.